3 strafrechtelijke vonnissen

25 september 2023

De rechtbank van Gent heeft in 3 strafrechtzaken een vonnis uitgesproken met een bijhorende schadevergoeding aan Vogelbescherming als burgerlijke partij. Alle beklaagden zijn nog in de mogelijkheid om hoger beroep aan te tekenen.

3 strafrechtelijke vonnissen

In deze drie zaken heeft de rechtbank van Gent een schadevergoeding toegekend aan Vogelbescherming Vlaanderen als burgerlijke partij:

  1. Hardleerse spreeuwenvanger betrapt met afval van 400 gekuiste, 94 niet-geringde en 12 diepgevroren spreeuwen. Daarbovenop was de man ook in het bezit van verboden netten en vangkooien. Omdat hij niet aan zijn proefstuk toe is, werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden (waarvan 4 maanden effectief), een geldboete van 16.000 EUR en de verbeurdverklaring van diens wagen.

2. Een duo jachtverlofhouders, waarvan één tevens bijzondere veldwachter is, werden veroordeeld wegens illegaal bezit van patrijzen, fazanten, pootklemmen en illegaal wapenbezit. De bijzondere veldwachter kreeg een gevangenisstraf van 6 maanden (met uitstel) en een geldboete van 16.000 EUR. De andere kreeg een gevangenisstraf van 4 maanden opgelegd (met uitstel), een geldboete van 10.000 EUR en de verbeurdverklaring van diens wagen.

3. Bijzondere veldwachter werd betrapt op het bezit van een grote hoeveelheid zware illegale gifstoffen, illegale wapens en munitie, dode spreeuwen, vossenstroppen, veerklemmen en andere verboden vangmiddelen. De rechter heeft een werkstraf van 300u uitgesproken en een vervangende geldboete van 16.000 EUR wanneer de werkstraf niet volledig wordt uitgevoerd.

——————————————————–

  1. Hardleerse spreeuwenvanger

Via openbare geruchten verneemt de natuurinspectie dat de beklaagde, een 65-jarige man, nog steeds in grote getale spreeuwen vangt. Nog steeds, want de man werd reeds in 2017 geverbaliseerd voor illegale vangst en bezit van levende en dode spreeuwen. Op 15 november 2022 gaat de natuurinspectie over tot een huiszoeking. Geconfronteerd met de geruchten geeft de man onmiddellijk toe dat hij “nog wat spreeuwen gevangen heeft”. De beklaagde werkt mee en toont de inspecteurs een 10-tal spreeuwen in zijn diepvriezer, een kast volgepakt met vogelvangstnetten, trekkabels en rubbers – materiaal dat gebruikt wordt voor de opstelling van slagnetten voor het vangen van vogels. Vlakbij de woning treffen de natuurinspecteurs 4 gevulde plastieken zakken aan. Afgaande op de vleugels, staarten, poten, koppen, pluimen en ingewanden, blijken deze zakken gevuld te zijn met afval van maar liefst 400 spreeuwen. In de bestelwagen van de beklaagde worden dan weer verse vogeluitwerpselen en appels teruggevonden. Appels zijn het favoriete middel van spreeuwenvangers om spreeuwen te lokken en vangen. Spontaan begeleidt de man de inspecteurs nog richting een donkere stalruimte waarin een volière is geconstrueerd met daarin 94 niet geringde spreeuwen. Deze dieren gebruikt hij als lokvogels.

Uit het verhoor blijkt dat de man de ernst van zijn gepleegde feiten niet inziet. De gevonden vangstmiddelen zijn ‘gekregen van kennissen’ en hoewel hij aanvankelijk toegaf de 400 spreeuwen zelf te hebben gevangen past hij dit in zijn verklaring aan. Daarin verkondigt hij de spreeuwen te hebben gekuist voor een derde en dit voor 0,10 EUR per stuk. Tot slot, op de vraag waarom hij niet gestopt is na een eerdere controle, antwoordt de beklaagde: “Dat is een ‘geborentheid’. Ik was pas 7 jaren dat ik mee spreeuwen ging vangen met vader. Dat gaat er zomaar niet uit.

Het doordrijven van zijn hobby levert de man een gevangenisstraf van 8 maanden (waarvan 4 maanden effectief!), een geldboete van 16.000 EUR en de verbeurdverklaring van diens wagen op. De beklaagde kan tegen dit vonnis hoger beroep instellen.


2. Op de vlucht

Het is nog ruim 1 uur voor zonsopgang wanneer de natuurinspecteurs op 15 oktober 2022 met hun anoniem dienstvoertuig plaatsnemen tussen de velden in Oosterzele-Wetteren. Ze nemen even pauze tijdens hun toezichtronde met betrekking tot het illegaal uitzetten van fazant en patrijs naar aanleiding van de opening van de jacht. Plots komt een wagen met daarin twee mannen hun richting uit, vertraagt en komt naast het dienstvoertuig staan. De natuurinspecteur (in uniform en met wapengordel) stapt uit en maakt zichzelf en zijn ambt kenbaar. Daarop wordt door de eerste beklaagde onmiddellijk het gaspedaal ingedrukt en rijdt het voertuig aan hoge snelheid weg. De natuurinspecteur roept enkele malen, loopt nog een tiental meter naast de wagen mee maar moet de klink lossen voor zijn eigen veiligheid. Met zwaailichten wordt de achtervolging ingezet maar zonder resultaat. Op basis van een deel van de nummerplaat wordt het voertuig geseind.

De locatie waar deze feiten zich voordeden maakt deel uit van het werkingsgebied van een wildbeheereenheid (WBE). De eerste beklaagde staat bij de administratie gekend als jachtrechthouder van het gebied. Wanneer de natuurinspecteurs zich naar het adres van de man begeven merken ze hetzelfde voertuig van eerder die ochtend op. De bijzitter, tweede beklaagde, wordt aangeduid als de bijzondere veldwachter voor het jachtgebied. Als resultaat van een huiszoeking bij beide mannen, worden onder meer 7 niet geringde fazanten en 3 niet geringde patrijzen, een niet geringde opgezette buizerd en houtsnip, verboden Caïd-olie (zeer giftig en potentieel dodelijk voor zowel mens als fauna), mollenkooien, een klapnet, een pootklem en aangetroffen. Tevens treffen de inspecteurs een blad aan met daarop de jachtdagen vermeld. Die dag, 15 oktober, staat een jachtdag op patrijs, fazant en haas geprogrammeerd en zelfs de voorbereidingen van een uitgebreide lunch worden aangetroffen (gebruikelijk dat dit voorzien wordt voor de aanwezig jagers op zo’n jachtdag). Maar de beklaagden ontkennen in alle toonaarden en komen enkel met ongeloofwaardige en leugenachtige verklaringen op de proppen zowel over de aangetroffen dieren, vangmiddelen alsook waarom zij zich hebben onttrokken aan een controle.

De rechtbank tilt zwaar aan de feiten, zeker in hoofde van de tweede beklaagde die als bijzonder veldwachter de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie heeft en net werd aangesteld om de misdrijven op te sporen waarvoor hijzelf vervolgd wordt. Uit de houding van beide mannen blijkt een duidelijk misprijzen voor de regels en de wetten. De rechtbank legt vervolgens een gevangenisstraf van 4 maanden (met uitstel, een geldboete van 10.000 EUR en de verbeurdverklaring van diens wagen op aan de eerste beklaagde. De tweede beklaagde wordt op zijn beurt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden (met uitstel) en een geldboete van 16.000 EUR.
De beklaagden kunnen tegen dit vonnis hoger beroep instellen

 

3. 300u werkstraf

April 2022, ergens in Eeklo. De natuurinspectie staat aan de voordeur bij een 69-jarige bijzondere veldwachter met een bevel tot huiszoeking. Enkele dagen voordien werd de man in uniform en met zijn dienstwagen opgemerkt langs een jaagpad maar bij het zien van het voertuig van de natuurinspecteurs neemt hij het hazenpad. Diezelfde dag wordt er in datzelfde jachtgebied vergiftigd lokaas, een vergiftigde wezel en 2 vergiftigde buizerds gevonden.

De huiszoeking verloopt rustig. In de wagen worden zoeklichten en verschillende wapens en munitie aangetroffen. Allen niet op legale wijze opgeborgen of om veiligheidsredenen op een correcte wijze afgesloten. Maar wanneer de man op vraag van de inspecteurs de wapens in zijn wapenkluis opbergt, poogt de bijzondere veldwachter en passant enkele potjes en een flesje weg te moffelen. In het potje treffen de natuurinspecteurs blauwe korrels aan, en wordt een meteen een gifstof herkent. Het betreft de gifstof ‘Aldicarb’, gekend als één van de meest giftige insecticiden en reeds sinds 2004 verboden in de EU. Het flesje bevat ‘Cycocel’, een herbicide welke gekend staat voor zijn illegaal gebruik bij het euthanaseren van nutsdieren. Nadien doet de man het trucje simpelweg nog eens over en probeert hij ditmaal een plastic zak met 7 vossenstroppen en 1 stropkabel weg te steken onder ander materialen in een bijgebouw.

In totaal worden volgende illegale zaken aangetroffen: een vogelvangstnet, 7 dode spreeuwen in de diepvries, 6 veerklemmen, 8 vossenstroppen, een niet-reglementaire kooival, en een grote hoeveelheid aan verboden chemische en gifstoffen. Daarbovenop werden meerdere inbreuken vastgesteld op de wapenwetgeving wegens niet naleving van de veiligheidsvoorschriften, het ontbreken van de nodige vergunningen voor wapens en munitie alsook wegens het bezit van een voorzetnachtkijker. Dergelijke kijkers zijn niet enkel een inbreuk op de wapenwet maar ook op het Soortenbesluit. Het stelt een jager in staat om ’s nachts te jagen wat in regel verboden is.

Uit het dossier blijkt een duidelijk gebrek aan schuldinzicht. De bijzondere veldwachter legt tegenstrijdige verklaringen af, heeft verschillende incorrecte legitimatiekaarten opzak en weet bovendien niet te kunnen aanduiden wat nu juist zijn aanstellingsgebied is.

De rechtbank van Gent is stellig; de feiten zijn een opeenvolging en continue voortzetting van laakbaar gedrag dat de natuur en biodiversiteit ernstig schaadt. Ze acht het dan ook gepast om de man te veroordelen tot een werkstraf van 300u met een vervangende geldboete van 16.000 EUR ingeval de werkstraf niet volledig wordt uitgevoerd.
De beklaagde kan tegen dit vonnis hoger beroep instellen.

Word lid en steun ons

Vanaf € 26 per jaar help je onze inheemse wilde soorten beschermen. En daar krijg je veel voor terug.Steun ons

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte