De eetplek van de natuur kleurt groen: planten maken de zonne-energie beschikbaar voor andere organismen. Ze bekleden ook een cruciale plaats in de kringlopen van mineralen, water en lucht. Door de doorlopende (co)-evolutie ontstaan er belangrijke verbanden tussen planten en andere organismen.
Door nog veel meer in te zetten op groen buiten de beschermde natuur kunnen we vanuit overheden, middenveld, bedrijven, scholen én privé bijdragen tot een kwaliteitsvolle vegetatie waardoor voedsel en andere V’s gegarandeerd zijn voor heel wat diersoorten.
Om de rechten van dieren op een kwaliteitsvolle natuurlijke omgeving te waarborgen, moeten we zorgen voor een duurzame voedselpiramide met een solide en brede basis van producenten (de planten) én eerste consumenten.
Kwaliteitsvol wil zeggen: biodivers, inheems – streekeigen, lange termijn-gericht en deskundig beheerd groen.
Wat kan je als particulier doen?
In je eigen tuin
Ongeveer 10% van Vlaanderen bestaat uit tuinen, met gemiddelde oppervlaktes van ruim 700m2. Op het vlak van biodiversiteit liggen hier nog veel kansen. Heb je vooral gras of veel verharding? Een bloemenweide en enkele struiken of bomen kunnen dan al voor meerdere V’s zorgen, zeker wanneer ze aansluiten op andere bio-diverse plekken in de omgeving. Zelfs één struik of boom maakt al veel verschil.
De gebouwen kunnen natuur-inclusief ingericht worden met gevelgroen, een groendak en nestplekken. Een kleine waterplek is een waardevolle extra.
Test het biodiversiteitsniveau van je perceel:
https://www.groenblauwpeil.be/
In je straat, wijk, op je werkplaats, …
Heel wat steden en gemeenten steunen initiatieven van burgers. Spreek mensen aan: van buren, kennissen, scholen en jeugdorganisaties tot bedrijven en lokale beleidsmakers. Ook kleine initiatieven zijn zinvol. Er zijn geregeld subsidies (bv. via ANB) of oproepen van fondsen voor burgerinitiatieven.