
Bij Vogelbescherming Vlaanderen hechten we groot belang aan de bescherming van de wilde dieren. Helaas vormen huisdieren, zoals katten en honden, een aanzienlijke bedreiging voor deze dieren. De cijfers van gekwetste vogels en zoogdieren die worden binnengebracht bij de opvangcentra bevestigen dit. Katten jagen instinctief op vogels, kleine zoogdieren en reptielen, terwijl honden wilde dieren kunnen verstoren en verwonden.
Vogelbescherming Vlaanderen vindt dat huisdiereigenaren ervoor moeten zorgen dat hun huisdieren niet in de mogelijkheid worden gesteld om wilde dieren te kwetsen of te verstoren. Door huisdieren aan de leiband buiten te laten, alleen buiten te laten in een omheinde zone of permanent binnen te houden, kan het aantal slachtoffers onder de wilde dieren worden beperkt. Alle andere maatregelen (jachtdrang en impact ervan op prooidieren verminderen) zorgen voor een verminderde impact van huisdieren op wilde dieren, maar nemen de mogelijkheid niet weg dat ze toch gekwetst of verstoord worden.
Een duik in de feiten
2715
aantal vogels en zoogdieren die in 2023 gekwetst werden door katten
686
aantal vogels en zoogdieren die in 2023 gekwetst werden door honden
2368
aantal vogels en zoogdieren die in 2024 gekwetst werden door katten
510
aantal vogels en zoogdieren die in 2024 gekwetst werden door honden
"In de periode van 2014 tot en met 2023 kwamen bij de Vlaamse opvangcentra voor vogels en wilde dieren 23.527 vogels binnen die gekwetst waren door katten en 3.036 vogels die gekwetst waren door honden."
- Vogelbescherming Vlaanderen

(foto: Pexels – Brenda Timmermans)
Er zijn in Vlaanderen in 2025 600.000 katten en 1.4 miljoen honden geregistreerd. Het werkelijke aantal katten en honden ligt nog een stuk hoger.
In bijna alle Vlaamse steden en gemeenten geldt dat honden op openbare plaatsen aan de leiband moeten blijven. Dit betekent dat honden in parken, op straat en op pleinen aangelijnd moeten zijn, met uitzondering van aangeduide losloopzones. Voor katten is het niet verboden om vrij rond te lopen zonder toezicht van de eigenaar.
In de periode van 2014 tot en met 2023 kwamen bij de Vlaamse opvangcentra voor vogels en wilde dieren 23.527 vogels binnen die gekwetst waren door katten en 3.036 vogels die gekwetst waren door honden. Daarnaast werden ook 2.971 door katten gekwetste zoogdieren binnengebracht en 1.979 zoogdieren gekwetst door honden.
Lang niet alle wilde dieren die slachtoffer zijn van een aanval door een kat of hond komen bij de opvangcentra terecht. Veel (prooi)dieren worden direct ter plaatse doodgemaakt door katten en honden of worden gewond achtergelaten. De werkelijke aantallen van dieren gekwetst of gedood door katten en honden ligt dus nog veel hoger. De hierboven genoemde cijfers geven slechts een beeld van het tipje van de ijsberg.
Zo verlaag je het jachtsucces en de jachtdrang van katten
- Buitentoegang limiteren: dit kan permanent door katten altijd binnen te houden, tijdens bepaalde perioden (broedseizoen, ‘s nachts) of door katten alleen binnen een beperkte zone (een goed omheinde tuin waaruit hij niet kan ontsnappen) of aan een leiband buiten te laten.
- Impact minimaliseren: accessoires zoals kattenbelletjes, fluo halsbanden of verschillende kragen kunnen het succes van jagende katten verminderen doordat hun prooien ze eerder opmerken en dus meer tijd hebben om te ontsnappen of doordat de accessoire het de kat fysiek moelijker maakt om een prooi te vangen. Niet elke accessoire is even effectief en/of geschikt voor elke kat.
- Jachtdrang verminderen: wetenschappelijke studies tonen aan dat door de voeding van katten aan te passen – meer vlees en minder graan – en door meerdere keren per dag te spelen met je kat en hierbij verschillende stadia van jacht na te bootsen, je de jachtdrang van je kat kan verminderen.
- Prooidieren helpen: door prooidieren bij te voederen hebben ze minder foerageertijd nodig waardoor er minder tijd is voor je kat om op ze te jagen. Daarnaast kan je de prooidieren ook helpen door genoeg beschermde plekken te voorzien in je tuin waar de kat niet gemakkelijk bij komt (prikkende planten, dichte begroeiing en hoge bomen).
Zo geef je een aangelijnde hond voldoende lichaamsbeweging en stimuli
- Mentaal stimuleren door je hond trucjes aan te leren of je hond zijn neus te laten gebruiken. Wanneer je hond aan het snuffelen is, gun hem dan ruim de tijd om alle geuren in zich op te nemen. Let wel op dat jij en je hond op het wandelpad blijven zodat de natuur niet beschadigd wordt en grondbroeders niet verstoord worden.
- Tijdens een wandeling kun je alle spieren van je hond trainen zonder zijn leiband af te doen. Hij kan bijvoorbeeld over een omgevallen boom lopen/balanceren, ergens onderdoor kruipen, zigzaggen tussen paaltjes, zich stretchen door met zijn achter-of voorpoten ergens op te staan, ergens over springen, van de ene hindernis naar de andere springen, in de lucht met zijn neus tegen je hand springen, of indien je zelf ook sportief bent kan hij samen met jou een heuvel op rennen.
- Verstoppen en zoeken: laat personen die je hond goed kent zich verstoppen, en laat vervolgens de aangelijnde hond deze personen zoeken. Je kan dezelfde oefening ook doen met hondensnoepjes.
- Wil je je hond toch los laten lopen, dan bestaan er hondenlosloopzones. Deze vind je bijvoorbeeld op www.natuurenbos.be/activiteiten/hondenzone, maar ook gemeentes en steden hebben zulke losloopzones.
“Mijn kat vangt nooit vogels. Waarom moet hij/zij binnenblijven?”
Hoewel niet elke kat een succesvolle jager is die vaak prooien mee naar huis brengt, kan elke loslopende kat een bedreiging vormen voor wilde dieren. Er zijn verschillende redenen om ook deze katten binnen te houden:
- Onzichtbare impact: de schade die loslopende huisdieren aan wilde dieren toebrengen, is niet altijd zichtbaar. Sommige katten vangen of verwonden prooien zonder ze mee naar huis te nemen. Bovendien hoeft een prooi niet gedood of verwond te worden om negatief beïnvloed te worden; de stress van het opgejaagd worden kan al een grote impact hebben op wilde dieren.
- Onvoorspelbaar gedrag: katten zijn van nature jagers en hun gedrag kan onvoorspelbaar zijn. Zelfs een kat die normaal geen dieren vangt, kan op een gegeven moment toch besluiten te jagen. Het is beter om preventieve maatregelen te nemen dan te wachten tot er een probleem ontstaat. Door de kat binnen te houden, draagt men bij aan een veilige en gezonde leefomgeving voor alle dieren.
“Mijn hond doet niets”, “Ik lijn hem wel aan als er iemand aankomt.”, “Ik heb mijn hond onder controle.”
Een hond kan buitenshuis zijn gedrag veranderen, ook zonder dat de eigenaar dit opmerkt. De hond is dan niet meer in zijn eigen territorium (het huis), en komt onverwachte situaties tegen, dit verhoogt de waakzaamheid van de hond. Daardoor kan deze anders reageren dan de eigenaar verwacht. Een hond die niet aangelijnd is staat niet onder rechtstreekse controle van de eigenaar, en kan dus een klein of groot gevaar betekenen voor de omgeving indien er onverwachte situaties optreden.
“Als mijn kat binnen moet blijven is deze heel gestresst, dit is slecht voor het dierenwelzijn van mijn kat.”
Katten die gewend zijn om vrij buiten rond te lopen zullen soms moeite hebben om zich aan te passen aan een leven binnenshuis. Voor het welzijn van de kat is het daarom belangrijk dat zijn natuurlijke instincten genoeg worden gestimuleerd. Er zijn veel manieren om dit te doen, hierbij enkele voorbeelden:
- Verstop katteneten op verschillende plekken in huis en zorg ervoor dat de kat moeite moet doen om het eten te verkrijgen.
- Zorg voor interactieve kattenspeeltjes die door middel van beweging en/of geluid het jachtinstinct van je kat uitlokken of speel zelf elke dag meerdere malen met je kat.
- Zorg voor verschillende rustplaatsen op hoge oppervlakken, dit geeft de kat een veilig gevoel.
- Neem objecten van buiten mee naar binnen voor je kat om zijn/haar zintuigen te prikkelen.
Bronnen