meer geviseerd

Kraaiachtigen zijn in Vlaanderen beschermd door het Soortenbesluit van 2009, wat een doorvertaling is van de Europese Vogelrichtlijn (1979). Hierdoor geldt er een verbod op o.a. het doden, vangen en verhandelen van kraaiachtigen. Ondanks deze bescherming zijn ze toch meer geviseerd en opgejaagd dan je zou denken.

Hoge afschotcijfers bij zwarte kraaien, eksters en kauwen

Jaarlijks worden er gemiddeld 100.000 kraaien, 45.000 eksters en 65.000 kauwen gedood. Dit zijn de officieel gerapporteerde cijfers, het is dus nog maar de vraag of deze cijfers geen onderschatting zijn? Voor wetenschappers is het niet evident om de populatieomvang van zwarte kraai, ekster en kauw te bepalen. Op basis van populatieschattingen mogen we wel veronderstellen dat jaarlijks 80% van de zwarte kraaien, 45% van de eksters en 20% van de kauwen gedood1 worden.

Kraaiachtigen zijn alleseters en dus kunnen ze voor schade zorgen aan bijvoorbeeld de fruitteelt, maïsgewassen of andere teelten. Daarom voorziet de Vlaamse wetgever de mogelijkheid om af te wijken van de verbodsbepalingen vastgelegd in het Soortenbesluit. Onder de vorm van ‘bestrijding’ zijn specifieke handelingen om kraaiachtigen te vangen en/of te doden met behulp van bestrijdingsmiddelen, alsnog toegelaten. Dit om schade aan bijvoorbeeld landbouwgewassen te voorkomen.

Bestrijding onder voorwaarden

Bestrijden kan enkel onder voorwaarden, afhankelijk van de soort.

bestrijding kraai en ekster

  • enkel mogelijk om belangrijke schade aan professioneel geteelde gewassen te voorkomen, om de wilde fauna en flora te beschermen, of de natuurlijke habitats in stand te houden
  • periode: gedurende het hele jaar

bestrijding kauw

  • enkel mogelijk om belangrijke schade aan professioneel geteelde gewassen te voorkomen
  • periode: gedurende het hele jaar

 

De roek mag niet bestreden worden.

Voordat er tot bestrijding kan overgegaan worden, moet de aanvrager alle mogelijke preventieve maatregelen hebben genomen die redelijkerwijs mogen worden verwacht om bijvoorbeeld een gewas te beschermen. Bestrijding is met andere woorden enkel toegelaten als er geen andere bevredigende oplossing bestaat.

In de praktijk wil dit zeggen dat minstens één preventieve maatregel moet genomen zijn om de kraaiachtigen bij de oogst weg te houden.

Mogelijke opties zijn:

  • afschrikken met vogelverschrikkers, vlaggen of ballonnen, imitatie van een vliegende roofvogel, een bewegende pop of geluid (vb. gaskanon of afschrikkende dierengeluiden),
  • de oogst afschermen door deze te overdekken of overkappen.

Als deze preventieve maatregelen onvoldoende bescherming bieden, wordt bestrijding door het ANB toegestaan. Voor de zwarte kraai, kauw en ekster kan dit met volgende middelen:

  • vuurwapens (enkel tussen officiële zonsopgang en -ondergang)
  • roofvogels
  • akoestische hulpmiddelen
  • kunstmatige en dode lokdieren (van dezelfde soort als waarvoor bestrijding gemeld is)
  • larsenkooien en trechtervallen (mogen enkel opgesteld worden van 16/02 t.e.m. 15/10)

 

Vogelbescherming Vlaanderen pleit voor een betere bescherming van de kraaiachtigen

De bestrijdingsaanvragen worden vandaag té gemakkelijk goedgekeurd.

Het probleem

  • Er is een gebrek aan actieve controle op de verplichte preventieve maatregelen vooraf.
  • We weten té weinig over de omvang van de verschillende populaties waardoor de impact van de bestrijding niet voldoende gekend is.
  • Bepaalde bestrijdingsmiddelen (zoals het gebruik van larsenkooien en trechtervallen) stemmen niet langer overeen met de normen op vlak van dierenwelzijn.
  • Actuele wetenschappelijke kennis over de effectiviteit van preventieve maatregelen ter voorkoming van schade door kraaiachtigen ontbreekt.
  • Kwalitatieve wetenschappelijke onderbouwing over de schade die door kraaiachtigen wordt aangericht, ontbreekt. Hierdoor moet het beleid zich noodzakelijkerwijs (deels) baseren op assumpties om een beeld te vormen van de omvang van de (geleden) schade door kraaiachtigen.

In 2025 zet Vogelbescherming Vlaanderen in op de bestrijding van de kraaiachtigen. Vandaar ook de keuze om ‘grote zwarte vogels’ in de verkiezingsstrijd te gooien voor Vogel van het Jaar 2025.

Hou onze beleidsacties in het oog.

Ook de gemiddelde burger houdt niet altijd van de grote zwarte vogels

Kraaiachtigen weten zich wonderwel aan te passen aan onze verstedelijking. En profiteren daar zelfs mee van. Verstedelijking zorgt voor meer voedsel, minder predatie en een hoger broedsucces. Anders gezegd. Kraaiachtigen passen zich ‘makkelijk’ aan aan de mens. Dat zorgt ervoor dat er ook meer interactie mogelijk is tussen mensen en kraaiachtigen, dus ook meer conflicten. En dat maakt ze niet altijd even geliefd.

Een veel gehoorde verzuchting: “De grote zwarte vogels jagen mijn tuinvogels weg.”

Klopt dat? NEE!

Dat idee berust op een misverstand. Onderzoek toont aan dat kraaiachtigen geen achteruitgang van zangvogels in tuinen veroorzaken. Het is vooral het verdwijnen van allerlei (kleine) landschaps- en tuinelementen, zoals struiken en hagen, die maken dat kleinere vogels minder kunnen schuilen en dat er meer competitie aan de voedertafel ontstaat. Tip: Kies voor een voedersilo of beschermkooi als je het eten voor de zangvogels wilt reserveren.

 

 

meer over de grote zwarte vogels

Word lid en steun ons

Vanaf € 26 per jaar help je onze inheemse wilde soorten beschermen. En daar krijg je veel voor terug.Steun ons

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte