Geen alledaagse verschijning, die prachtige en slimme zwarte vogel met robuuste, lichtgrijze snavelbasis.
Roeken zie je bijna altijd in groep. Broeden doen ze in kolonies in hoge loofbomen, voornamelijk in of aan de rand van landbouwgebied. Die kolonies kunnen groot zijn: zo zou ooit een kolonie van wel 2.000 broedparen gemeld zijn in Europa. Ook als ze voedsel zoeken – ongewervelden zoals regenwormen, keverlarven en graan – doen ze dat het liefst in groep.
Roeken die in het Europese noord(oost)en broeden, trekken in de winter naar het zuiden – Vlaanderen bijvoorbeeld – waar ze overwinteren. Roeken die bij ons broeden zijn eerder standvogels en blijven dus het hele jaar door in dezelfde regio. In de herfst en wintermaanden kan je bij ons daarom tijdelijk meer roeken zien dan tijdens de broedtijd. Soms vallen ze als ‘grote zwarte vogel’ dan extra op omdat ze samen met andere kraaiachtigen gezamenlijke slaapplaatsen hebben.
De soort staat niet op de lijst met jachtwild en mag niet bejaagd worden, wat voor alle kraaiachtigen geldt. Er worden ook geen uitzonderingen toegestaan. In principe zijn roeken dus een beschermde vogelsoort. Het is echter niet duidelijk hoe vaak roeken aanzien worden voor een kraai en toch gedood worden. 50 jaar geleden werd de soort actief bestreden, o.a. door de zaden van granen te omhullen door een voor vogels giftig product. Na het verbod op deze middelen nam de populatie gelukkig weer toe.
Dat kan, al wil dat niet zeggen dat er meer roeken zijn, integendeel. De populatie kent terug een dalende trend in Vlaanderen. In 2018 werd de populatie door het INBO ingeschat tussen de 4.400 en 5.300 broedparen, wat 25% minder is dan de inschattingen van de Vlaamse broedvogelatlas van 2000-2002. Ook op Europees niveau nemen de aantallen af. Roeken broeden de laatste decennia wel in kleinere en meer verspreide kolonies waardoor de kans groter wordt dat er een kolonie is in je buurt.
Verenkleed
Snavel
Staart in vlucht
Stem hier
Foto © Jogchum Vrienlink