Deel 6 – Conclusie

Na meer dan 20 jaar huismussen tellen, kunnen we concluderen dat de toestand van de huismus in Brussel en Vlaanderen er niet op vooruit is gegaan maar dat de bekommernis om dit kleine vogeltje wel is toegenomen. De cijfers uit dergelijk burgeronderzoek zijn van onschatbare waarde.

Sinds 2012 zijn er hoofdzakelijk 1-5 broedparen huismussen geteld per locatie, terwijl het aandeel groepen van 6 à 10 broedparen in vergelijking met 2002-2011 gelijk is gebleven . Ook opvallend is dat er steeds minder grote groepen van meer dan 10 koppels gemeld werden: hun aandeel is teruggevallen tot 20% van de tellingen. Wetende dat 10 broedparen huismussen een kritische drempel vormt voor hun overleving, is dit geen goede uitkomst.

© Nicola_K_photos/Shutterstock

De meest aannemelijke oorzaak van de achteruitgang in dit onderzoek is de toenemende verstedelijking die gepaard gaat met een vermindering van de hoeveelheid (kleinschalig) groen in Brussel en Vlaanderen. In de jaren 90 bracht ’s werelds mussenspecialist, wijlen Denis Summers-Smith, naar buiten dat een toenemende verstedelijking eigenlijk een positieve factor zou moeten zijn voor de huismus. Het is zeker niet enkel de negatieve manier waarop de verstedelijking gebeurt die de huismus nekt. Het gaat hier wel degelijk over meerdere negatieve invloeden. (Summers-Smith 2016).

Aangezien de huismus een vogeltje is dat zich weinig en slechts over kleine afstanden verplaatst zijn ‘Groene stapstenen’ uitermate belangrijk. (De Laet 1998)

Willen we onze tsjilpende tuinambassadeurs een handje helpen, dan zullen we onze woonomgeving echt wel beter moeten inrichten: een ruim aanbod aan groene (planten), blauwe (water) en menselijke (nestkasten, voederplaatsen, kippenrennen …) elementen is essentieel voor huismussen. Hoe rommeliger, hoe beter! Gelukkig brengt dat ook voor mensen veel voordelen met zich mee.

Hoe verder? Dergelijk lange termijnonderzoek is uitzonderlijk en bijzonder relevant in het kader van huidige uitdagingen zoals klimaatverandering en verstedelijking. De komende jaren zullen we de huismussentellingen blijven verderzetten om hierop verder te bouwen en nog meer fundamentele uitspraken te kunnen doen over de huismussen. Hiervoor willen we nog meer tellers bereiken en een groter aandeel herhaaltellingen bekomen.

Referenties

De Laet, J. 1999. Mussen een groene partij. VUBPRESS

De Laet, J. & Summers-Smith, J.D. 2017. The status of the urban House Sparrow Passer domesticus in north-western Europe: a review. J. Ornithol. 148: 275-278

De Laet, J. , L.,Adriaensen,F., De Coster,G. 2012. De toestand van de huismus in Vlaanderen: resultaten van de eerste 10 jaar ‘nationale mussenteldag’.

Greet De Costera; Jenny De Laet; Carl Vangestel; Frank Adriaensen; Luc Lens. Citizen science in action—Evidence for long-term, region-wide House Sparrow declines in Flanders, Belgium.

Summers-Smith, J.D. 2016; Swansong: a lifetime with sparrows. British Birds, 109: 484-486

 

Terug naar het overzicht

Word lid en steun ons

Vanaf € 26 per jaar help je onze inheemse wilde soorten beschermen. En daar krijg je veel voor terug.Steun ons

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte