Larsenkooien en trechtervallen

De zwarte kraai, kauw of ekster zien we regelmatig opduiken in de Vlaamse tuinen of steden. Ze behoren tot de groep van de kraaiachtigen (Corcidae) en worden beschouwd als de intelligentste familie binnen de orde van de zangvogels.

Deze vogels vervullen een belangrijke rol in onze natuur: het zijn bewakers, kadaveropruimers, evenwichtbrengers en nestenbouwers van dienst. Het opportunistische karakter van deze vogels kan evenwel ook voor schade zorgen aan bijvoorbeeld de fruitteelt. Hoewel er meer dan voldoende preventieve maatregelen voor handen zijn om ze dit vraatgedrag te ontraden, voorziet de Vlaamse wetgever ook in de mogelijkheid om bepaalde bestrijdingsmiddelen in te zetten. Als afwijking op de Vlaamse soortenbeschermingsregels is het toegestaan om onder andere met het gebruik van larsenkooien en trechtervallen deze soorten te bestrijden.

Larsenkooi

Een larsenkooi komt in verschillende modellen voor: cirkelvormig (zie hieronder), vierkantig of rechthoekig. Ze zijn meestal gemaakt van metaalgaas en bestaan uit meerdere compartimenten: één compartiment waarin een lokvogel wordt geplaatst en verschillende (tot wel 4 of 5) vangcompartimenten met een neerklappend poortje. De lokvogel dient als ‘indringer’ in het territorium. Een lokale populatie van een soort kraaiachtige zal vanuit een natuurlijke nieuwsgierigheid deze indringer willen onderzoeken. Dankzij een wipvalmechanisme valt het poortje achter de vogel toe en is ze gevangen waarna ze gedood mag worden.

 

Trechterval

Een trechterval is een grotere val die grotere soorten kraaiachtigen en meerdere vogels tegelijk kan vangen/huisvesten. Het principe is hetzelfde als bij een larsenkooi: een lokvogel van de te vangen soort kraaiachtige wordt in de trechterval geplaatst en lokt de wilde soortgenoten. Een horizontale invalladder met smalle openingen in het midden van de trechterval vormt de toegang voor de wilde soortgenoot in de val. Door het inklappen van zijn vleugels laat de vogel zich simpelweg in de val vallen. Wanneer die vogel er weer uit wil vliegen, zijn de smalle openingen te klein om met open gespreide vleugels naar boven en uit de val te vliegen. Het gebruik van lokvogels is niet verplicht, er mag ook gebruik worden gemaakt van een eetbaar lokaas om de kraaiachtigen in de val te lokken. Het risico op deze ‘bijvangsten’ van andere wilde vogel- of diersoorten zoals buizerd of egel, is niet uitzonderlijk.

Strikte gebruiksvoorwaarden

Hoewel bestrijding van zwarte kraai, ekster en kauw het hele jaar door is toegestaan om schade aan professioneel geteelde gewassen te voorkomen, geldt dit niet voor het gebruik van larsenkooien en trechtervallen. Deze types kooien en vallen mogen uitsluitend vangklaar worden opgesteld in de periode van 16/02 tot en met 15/10.

Naast deze beperking in tijd, moeten beide vangstmethodes ook voldoen aan volgende strikte voorwaarden:

  1. de kooien en vallen geen vlees of slachtafval bevatten als lokaas;
  2. max. twee levende lokdieren van de te bestrijden kraaiachtigensoort mogen gebruikt worden;
  3. de lokdieren moeten voedsel, water en beschutting ter beschikking hebben;
  4. de kooien en vallen worden dagelijks gecontroleerd en alle andere gevangen dieren (bijvangsten) dan de te bestrijden kraaiachtigensoort, moeten dadelijk ter plekke worden vrijgelaten;
  5. de kooien en vallen moeten een weersbestendig plaatje bevatten met de naam van de te bestrijden kraaiachtigensoort, het telefoonnummer van het ANB, het jachtverlofnummer van de plaatser van de val (indien aanwezig);
  6. Het weersbestendig plaatje moet ook de zin: ‘Deze val is geplaatst conform de uitvoeringsmodaliteiten van het Soortenbesluit van 15 mei 2009, bijlage 3’ bevatten.

 

weersbestendig plaatje: val geplaatst ter bestrijding van Ekster - Zwarte Kraai - Kauw

Verplicht weersbestendig plaatje bij larsenkooien en trechtervallen

Word lid en steun ons

Vanaf € 26 per jaar help je onze inheemse wilde soorten beschermen. En daar krijg je veel voor terug.

Steun ons

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte