Er broedt een koppel scholeksters op mijn (plat) dak

  1. De scholekster heeft zich als weidevogel aangepast aan een leven in de stad of dorp
  2. Van nature maken ze een nest op de grond in weilanden
  3. Door habitatverlies in onze landbouwgebieden wijken ze ook uit naar daken (platte daken, industriële daken, daken van appartementstorens …)
  4. Pas een van de preventieve maatregelen toe:

Als je een broedend paartje op je dak hebt …
Dan moet je wachten tot na het broedseizoen (van half april tot eind juni). De vogels, hun nesten, eieren en nakomelingen zijn wettelijk beschermd. Als de jonge scholeksters na een dikke maand (32-35 dagen) zijn uitgevlogen kan je het nest opruimen.

Een scholekstervriendelijk dak is een plat of licht hellend dak:

  • bedekt met kiezels/grint of roofing
  • met een opstaande dakrand van zo’n 20-30 cm, zodat de kuikens niet van het dak af vallen
  • met schaduwplaatsen tegen een felle zon zoals een overhellende kap van een schouw of afvoerbuis
  • zorg er wel voor dat de openingen zijn afgedekt met een beschermingsrooster zodat de kuikens er niet in vallen
  • met nestmateriaal, zoals bladeren, takken, eventueel wat mos
  • een laag bakje water zodat ze kunnen drinken

Wil je vermijden dat er een koppel op je dak broedt

Scholeksters vinden veel minder geschikte broedplaatsen door het verdwijnen van hun habitat. Maak ze het niet onnodig moeilijk.

Kom je echt in de problemen als een scholekster op je dak zou broeden, maak dan van jouw dak een onaantrekkelijke broedplaats vóór het broedseizoen start.

Op een plat of zacht hellend dak en aan dakgoten of richels rond schuine daken kan je met enkele technische ingrepen veel bereiken:

  • Houd bij een hellend dakoppervlak het dak proper, zonder obstakels zodat er zich geen nestmateriaal kan opstapelen.
  • Verwijder mogelijk nestmateriaal (takjes, mos, bladeren) van je dak.
  • Scherm je dak af met een net over het ganse oppervlak, of bepaalde delen ervan.
  • Leg een groendak aan met hoge en veel begroeiing en eventueel moestuinbakken … daar houden scholeksters niet van: ze broeden graag op plaatsen waar er geen (kiezeldak) of enkel lage vegetatie (mos en vetplanten) groeit. Wees indachtig dat de scholeksters een groendak met lage begroeiing (mos en vetplanten) en keien wel graag hebben.
  • Neem bovenstaande maatregelen ook alleen voor of na het broedseizoen (maart-augustus) om de broedende scholeksters niet te verstoren.
  • Het inzetten van afschrikmiddelen kan in sommige gevallen werken: dit doe je best voor een bepaalde tijd (totdat gewenning optreedt) en door het materiaal regelmatig te verplaatsen. Je kan bijvoorbeeld reflecterend materiaal hangen of vogelpinnen installeren.

Word lid en steun ons

Vanaf € 26 per jaar help je onze inheemse wilde soorten beschermen. En daar krijg je veel voor terug.

Steun ons

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte