De huismus

De huismus

passer domesticus – moineau domestique – house sparrow – Haussperling

De huismus is een sociale kleine zang- en broedvogel die samen met soortgenoten in een groep of een kolonie leeft. Zo’n kolonie kan uit tientallen broedparen bestaan. Maar de huismus in Vlaanderen is kwetsbaar: kolonies van meer dan 10 paren zijn vandaag eerder uitzonderlijk. Toch zijn kolonies met minimum 10 broedparen noodzakelijk voor het voortbestaan van die kolonie. Uitwisseling tussen de populaties is dus van vitaal belang voor de huismus.

Habitat
Je vindt de honkvaste huismus vooral in de buurt van (oudere) huizen, gebouwen of boerderijen in een groene, liefst wat rommelige omgeving met bomen, struiken, hagen, open plekken en een waterpartij. Ze zijn graag in de buurt van mensen: ze maken gebruik van menselijke voorzieningen en aanplantingen. Hebben huismussen het ergens naar hun zin? Dan blijven ze generatie na generatie op dezelfde locatie.

Nestplaats
Huismussen bouwen hun nest niet in bomen of struiken. Ze nestelen liever onder dakpannen, in holtes en hoekjes tussen balken en andere steunelementen, en in nissen of in holle muren.

Voedsel
Granen, zaden, bloemknoppen, bessen, pinda’s, etensresten en insecten. Ze foerageren graag langs groene stroken van klimophagen, dichte struiken en lage bomen en in de buurt van kippen.

Broedseizoen
April tot augustus, 3 legsels per jaar met 3-5 eieren

© Albert Beukhof/Shutterstock

 

Hoe herken je de huismus?

Lengte: 14 – 16 cm
Spanwijdte: 21 – 25,5 cm
Gewicht: 19 – 25 g

Meneer en mevrouw huismus zien er verschillend uit. Dat neem je op de foto duidelijk waar. Het huismusmannetje is mogelijk te verwarren met de ringmus, maar die is kleiner en slanker.

Het huismusmannetje

  • grijze wang en kruin/petje
  • zwarte kin, keel, teugel en snavel- zwarte borstvlek
  • grijs-witte onderzijde witte vleugelstreep
  • kastanjebruine mantel

© De slimste vogelgids – Jan Rodts

 

Het huismusvrouwtje

  • beige wenkbrauwstreep
  • bruine mantel, donker gestreept
  • grauwe, bruinachtig wit-grijze onderzijde

© De slimste vogelgids – Jan Rodts

Waarom huismusmannetjes in de vroege lente tellen?

Eind maart is het ideale moment om huismussen te tellen. In deze periode van het jaar zijn de mannetjes het meest zichtbaar en het luidst te horen en kunnen we met meer zekerheid het aantal broedparen inschatten. De vrouwtjes zal je minder makkelijk spotten, zij zitten vaak al op het nest. Er valt dan ook meer te zeggen over hoe je tuin is ingericht, omdat paartjes huismussen volop gebruik maken van de verschillende elementen die ze nodig hebben. Tijdens de winter leven de huismussen meer in groep en zal je ze eerder aantreffen bij je voederplaats.

Meneer huismus tsjilpt opvallend vanop een hoge zangplaats (dakrand, dakgoot, op een haag of struik …). Zo is hij goed zichtbaar voor zijn favoriete publiek: de vrouwtjes én concurrerende mannetjes. Zijn verenkleed is dan ook op zijn best: het is fel gekleurd.

Zang huismusmannetje

Klik hier

of scan de QR-code

Word lid en steun ons

Vanaf € 26 per jaar help je onze inheemse wilde soorten beschermen. En daar krijg je veel voor terug.

Steun ons

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte