Huismus

Huismus – Passer domesticus

Al eeuwenlang de gevederde en tsjilpende buur van de mens, maar nu op de rode lijst van kwetsbare soorten.

De huismus is een algemene broedvogel in dorpen en steden die gekend staat voor zijn getsjilp. Hij is stevig gebouwd, met grote snavel en verhoudingsgewijs grote kop. Mannetjes en vrouwtjes verschillen sterk.

Hoewel hij nog vaak gezien wordt in onze tuinen, verdwijnt de huismus aan een razendsnel tempo uit onze buurt. Het is een zang- en broedvogel die graag in de nabijheid van mensen vertoeft en generaties na elkaar op dezelfde plek kan blijven wonen. We noemen hem daarom een ‘cultuurvolger’. Je vindt ze vooral in de buurt van (oudere) huizen, gebouwen of boerderijen, in een groene omgeving met bomen, struiken, hagen, open plekken en een waterpartij. Doe maar wat rommelig voor hen. Want net die afwisseling tussen groene en menselijke elementen is essentieel.

Huismussen bouwen hun nest meestal niet in bomen of struiken. Ze hebben nood aan open ruimte. Te veel bomen (meer dan 25%) verjaagt de huismus. Ze nestelen liever onder dakpannen, in kieren en gaten van gebouwen. Ook gevelbegroeiing, zoals klimop, vormt een goede plek. Of nestkasten, weliswaar in mindere mate. Al zijn ze niet te kieskeurig en gebruiken ze zelfs nestkasten van andere soorten, zoals die van de gierzwaluw.

Huismussen leven het grootste deel van hun leven in groepen of ‘kolonies’. Die kunnen variëren van enkele vogels tot tientallen paren. Om een kolonie te laten voortbestaan, zijn er minimum 10 broedparen nodig. Zijn het er minder, dan zijn de huismussen afhankelijk van toestroom van buitenaf.

© Stephen William Robinson / Shutterstock

Stem nu

Stem voor de huismus

 

Benieuwd naar de andere kandidaten?

Lees meer over de 5 kandidaten

Word lid en steun ons

Vanaf € 26 per jaar help je onze inheemse wilde soorten beschermen. En daar krijg je veel voor terug.

Steun ons

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte